Onvoldoende groente en fruit voor de Nederlanders.
Nederlanders eten onvoldoende groente en fruit
Van de volwassenen tot 69 jaar eet 10% van de vrouwen en 6% van de mannen de aanbevolen hoeveelheid fruit (zie figuur 1 en tabel 1).Groente wordt nog minder gegeten: 5% van alle mannen en vrouwen eten de aanbevolen hoeveelheid. Van de kinderen tussen 7 en 18 jaar eet 1% de aanbevolen hoeveelheid groente, en 5% de aanbevolen hoeveelheid fruit (zie figuur 2 en tabel 2; Van Rossum et al., 2011). Van de 2- tot 3-jarigen eet ongeveer 20% de aanbevolen hoeveelheid van 50-100 gram groente per dag (Hulshof et al., 2004).
Te weinig voedingsvezel in dagelijkse voeding
Zowel kinderen als volwassenen eten te weinig voedingsvezel. Gemiddeld eten kinderen (7-18 jaar) 2,1 g/MJ/dag, mannen 2,2 g/MJ/dag en vrouwen 2,6 g/MJ/dag (zie tabellen 1 en 2; Van Rossum et al., 2011). Groente, fruit en volkoren graanproducten zijn belangrijke bronnen van voedingsvezels.
Tachtig procent van de volwassenen eet te weinig vis
Tachtig procent van de volwassenen eet minder vaak vis dan de aanbeveling van twee maal per week. Zowel twintig procent van de mannen als twintig procent van de vrouwen voldoet wel aan de richtlijn. Van de kinderen eet 8% van de jongens en 7% van de meisjes voldoende vis (zie figuren 1 en 2). Ook de gemiddelde inname van visvetzuren is lager dan de richtlijn, bij volwassenen en bij kinderen (zie tabellen 1 en 2; Van Rossum et al., 2011).
Negen op de tien Nederlanders eet te veel verzadigd vet
De inname van ongunstige verzadigde vetzuren is bij ongeveer 91% van de meisjes/vrouwen en 95% van de jongens/mannen hoger dan de aanbevolen 10 en%. De inname van transvetzuren is sterk gedaald tot minder dan 1 en% bij vrijwel de hele populatie (99%). Aan de richtlijn voor totale vetzuren voldoet ongeveer 90% van de Nederlanders (zie tabellen 1 en 2; Van Rossum et al., 2011).
Zoutinname ligt 50% boven de aanbeveling
Mannen gebruiken dagelijks gemiddeld 9,9 gram zout, vrouwen 7,5 gram (zie tabel 1). Kinderen eten ook meer zout dan aanbevolen: jongens consumeren gemiddeld 8,3 gram/dag, meisjes 6,7 gram/dag (zie tabel 2). De belangrijkste bonnen voor zout zijn: brood (26%), vleesproducten (15%) en kaas (10%) (Van Rossum et al., 2012).
Vanwege de koppeling van jodium aan zout houdt het RIVM toezicht op de jodiuminname van de Nederlandse bevolking. Uit voedselconsumptieonderzoek en voedingsstatusonderzoek blijkt dat de inname van jodium op dit moment nog voldoende is (Verkaik-Kloosterman et al., 2009; Hendriksen et al., 2010b).
Vrouwen met kinderwens nemen onvoldoende folaat
Ongeveer 25% van de vrouwen in Nederland neemt onvoldoende folaat (foliumzuur) (zie tabel 1). Dit percentage is het hoogst bij vrouwen in de vruchtbare periode van hun leven. Tekorten worden ook waargenomen in andere bevolkingsgroepen, onder andere bij mannen (Van Rossum et al., 2011). Twee studies, waarvan één uitgevoerd in de noordelijke provincies van Nederland en de ander in Rotterdam, onderzochten ook het gebruik van foliumzuur. Uit de resultaten bleek dat 51% van de zwangere vrouwen uit het noorden van Nederland voldoende foliumzuur nam, in Rotterdam lag dit percentage lager, op 37% (Timmermans et al., 2008; Zetstra van der Woude et al., 2012).
Vitamine D tekorten bij verschillende bevolkingsgroepen
De inname van vitamine D is bij volwassenen ouder dan 50 jaar onvoldoende (zie tabel 1). Vrouwen boven de 50 jaar worden geadviseerd extra vitamine D via een supplement in te nemen, echter wordt dit niet door alle vrouwen gebruikt. Deze bevindingen worden ondersteund met voedingsstatusonderzoek waaruit blijkt dat ongeveer 40% van de Nederlandse vrouwen ouder dan 50 jaar een matig tot te lage vitamine D-status heeft (Verkaik-Kloosterman et al., 2011).
Ook voor jonge kinderen is de inname van vitamine D via de voeding onvoldoende (zie tabel 2). Om tekorten te voorkomen wordt het gebruik van een supplement voor deze groep aanbevolen. Echter 62% van de 2- tot 3-jarigen en 30% van de 3- tot 6-jarigen krijgt dit supplement ook daadwerkelijk (Ocké et al., 2008a).
Kwart van de Nederlanders gebruikt voedingssupplementen
Hoewel een gezonde voeding voor de meeste mensen in alle nutriënten zou moeten voorzien, gebruikt een kwart tot de helft van de Nederlandse bevolking tussen 2007 en 2010 voedingssupplementen. De supplementen worden het hele jaar door gebruikt, maar tijdens de wintermaanden stijgt het gebruik ten opzichte van de rest van het jaar. Multivitamines zijn de meest gebruikte supplementen, gevolgd door vitamine C (Van Rossum et al., 2011).
Vooral kinderen gebruiken verrijkte voedingsmiddelen
Tussen 2007 en 2010 was het gebruik van verrijkte voedingsmiddelen met 89% het hoogst bij kinderen van 7-8 jaar. Van de volwassenen tussen de 51 en 69 jaar gebruikt 64 tot 68% verrijkte voedingsmiddelen (Van Rossum et al., 2011). Verrijkte voedingsmiddelen zijn voedingsmiddelen waaraan vitaminen en/of mineralen zoals vitamine C en ijzer zijn toegevoegd.
Note:
Dit is waarschijnlijk de reden waarom bij een groot deel van de bevolking vitamine/mineralen overschotten voorkomen. Helaas is hier weinig of geen onderzoek naar gedaan. Wij zijn van mening dat geïsoleerde en vooral synthetische vitaminen/mineralen alleen geslikt moeten worden op voorschrift van een specialist. NOOIT op eigen initiatief en dus ook niet aan voedingsmiddelen zou moeten worden toegevoegd. Vitamine/mineralen kunnen het best gehaald worden uit complete voeding (groente en fruit) of een supplement op basis van komplete voeding. Zie hiervoor ook de website van JuicePlus+.
Bron: Nationaalkompas